Mevrouw Blankenberg, verzekeringsarts is voorheen werkzaam geweest voor UWV. Zij komt voor in jurisprudentie aangaande claimzaken waarbij ze namens UWV optrad. Ze vult niet in FML 1.1 tot 1.7 - doet geen onderzoek naar problematiek in aandacht, concentratie en geheugenproblematiek en LVB client.
Doet geen navraag bij artsen - vraagt geen informatie op wanneer deze ontbreekt.
Fysiek medisch onderzoek was goed te noemen.
Psychische onderzoek was ontoereikend. Uitsluitend gericht om client in spoor 1 of spoor 2 te kunnen plaatsen. Iemand met een behoorlijke LVB die begeleid wordt in alle gesprekken (behalve bij psychiater) daarvan is duidelijk dat er problemen zijn op functioneren in dagelijks leven.
Belangrijkste minpunt was mevrouw Blankenberg uitspraak deed aangaande confict met werkgever. Ze zei dat problematiek enigszins aan partner zou liggen die bezwaarschriften schrijft die niet leiden tot oplossing conflict en dat zij het conflict voedt en dat beaamde. Dat laatste was een verkeerde voorstelling van zaken.
De ingeschakelde psychiater suggereerde dat partner mogelijk het medisch traject beinvloed had terwijl de partner geraadpleegd kon worden hoe dat traject verlopen was omdat LVB-er in onbegeleid gesprek hierover geen goede informatie kan geven als gevolg van LVB.
Al met al werd hiermee getracht om te voorkomen dat werkgever een derde jaar zou krijgen. Heel slim werd de schuldvraag in het conflict toch beantwoord door deze neer te leggen bij begeleidend partner. Aangezien de visie van werkgever zo sterk doorklonk in de beweringen van deze verzekeringsarts was het duidelijk dat hier geen sprake was van een onafhankelijke visie op conflict tussen werkgever en werknemer.
Het correctierecht is niet van toepassing op rapportages en op FML
Het is mogelijk de doorzending van rapportage tegen te houden. Onduidelijkheid ontstond er toen nadat schriftelijk de correcties waren ingediend en de verzekeringsarts belde dat zij de correcties zou doorvoeren, zij direct na doorvoering van die correcties het rapport wilde doorsturen. Client was van mening dat hij er recht op had eerst de definitieve versie te zien alvorens het zou worden doorgezonden.
Daar had mevrouw Blankenberg nog nooit van gehoord. De informatie omtrent het correctierecht en moment van doorverzending was onduidelijk.
Het is mogelijk een eigen visie te geven dat onderdeel van de rapportage wordt. Echter die eigen visie wordt helemaal niet op het briefpapier van Ergatis afgedrukt en is helemaal niet een zichtbaar onderdeel daardoor van het rapport.
De Visie van client moet minimaal in de inhoudsopgave van de rapportage staan.
Ik heb daarna zelf de naam van Ergatis op het rapport gezet, op de manier zoals ze dat ook doen op hun eigen rapporten.
Maak jouw eigen website met JouwWeb